Onze
boerderij
Ons verhaal
De familie Rodenburg kocht in 1996 boerderij ‘Labora’ op Texel. Na tien jaar leegstand moest er veel verbouwd en klaargemaakt worden voordat de koeien vanuit het oude bedrijf in Zuid-Holland de overtocht konden maken naar Texel. Juni 1997 was het dan zover! Christiaan verhuisde officieel samen met zijn ouders, voormalig vriendin en 80 melkkoeien naar Texel!
In het jaar 2000 begon de familie Rodenburg met ijs maken. In eerste instantie heel kleinschalig: met een klein ijskarretje voor de toen nog grote schuur. Maar inmiddels neemt de ijssalon met bereidingsruimte en magazijn die hele grote schuur volledig in beslag. Het was een grote gok, maar naarmate de toerisme sterk groeide op Texel, groeide IJsboerderij Labora mee.
Helaas overleed Christiaan in 2017, waarna zijn kinderen, Dennis en Mylène, het bedrijf hebben overgenomen. Gelukkig staan ze er niet alleen voor. Opa Piet en Tante Wilma dragen veel bij in het bedrijf. Samen met de fantastische dames in de ijssalon en een nieuwe bedrijfsleider bij het melkvee draait het bedrijf sindsdien ‘gewoon’ door.
Van robot tot romig ijs
De zo’n 110 koeien op Labora worden gemolken door drie melkrobots. Dat gebeurt volautomatisch, op een tijdstip dat de koe zelf uitkiest. De robot reinigt eerst de uiers en bevestigt daarna de melkbekers aan de spenen van de uier. Ook registreert de computer de opbrengst per koe. Deze moderne techniek in een oer-Hollandse omgeving is voor bezoekers te bezichtigen. Klim tijdens onze openingstijden de trap op en kijk vanaf de zolder de stal in. Een bijzondere publieke tribune in het 'melkkoeientheater'. Tevens draaien er zelfs een voerrobot en twee mestrobots. Een behoorlijk moderne melkveehouderij!
Bij ons op de boerderij produceren de koeien gemiddeld bijna 10.000 liter per jaar. Dat is natuurlijk ontzettend veel! Vooral als je nagaat dat we van nog geen twee koeien per jaar de melk gebruiken voor onze eigen ijsproductie. De ‘rest’ van de melk, zo’n 1 miljoen liter, gaat naar Friesland Campina.
Jaarrond bevat de melk een gemiddeld vetpercentage van 4,45% en een gemiddeld eiwitpercentage van 3,35%.
Hoe gras en genen ons ijs karakter geven
Zo gauw het kan, mogen de koeien in het seizoen de wei in. Ook het jongvee wordt zo veel mogelijk geweid zodat ze vroeg gras leren eten. Dit mogen zij doen in het natuurland langs de Roggesloot.
Wist je dat geen een koe precies dezelfde melk geeft? Door verschil in voeropname, genen en lactatiestadia geeft elke koe net iets andere melk en heeft zo zijn eigen smaak. Maar alle melk bij elkaar zorgt voor de unieke, romige smaak in ons ijs!